Ik lees de laatste tijd regelmatig de Jobat. Niet op zoek naar een passende betrekking. Historici zoeken ze daar toch nooit. Ze vragen daar eerder Business Unit Managers of Algemene Budgetcontrollers. Ik lees de katern voor de interviews. Er staan daar verbazend veel interessante gesprekken in. Zonde van al die Jobats die in het verleden ongelezen in de papiermand zijn beland.
Anyway, dit weekend was het dus weer van dat: een interview met de Belgisch-Italiaanse professor Riccardo Petrella. Ik kende de man niet maar het was net dat wat mijn interesse wekte. Ben ik de enige die de opiniestukken van moraalridder Etienne Vermeersch, Winny-the-Pooh Carl Devos en grimassende Rik Torfs hartsgrondig beu is? Armoe troef bij het onderdeel ‘Opinie & Analyse’ van De Standaard. Gelukkig is er dus nog de Jobat.
De tweede reden waarom ik het interview met grote aandacht gelezen heb, is dat deze man nog eens de confrontatie aanging met één van de grote problemen van deze wereld, namelijk armoede. Er zijn altijd armen geweest en er zullen er altijd zijn, zo luidt het. Maar volgens Petrella moeten we ophouden armoede als iets natuurlijks te beschouwen: niet de armen zijn crimineel, wel de armoede. Waarom geen wet die armoede verbiedt? Zo had ik het nog nooit bekeken. Petrella haalt aan dat het ook 3000 jaar geduurd heeft vooraleer slavernij (voorgoed) verboden werd. De eerste die hiervoor een wetsontwerp ter tafel legt, krijgt mijn stem op 5 juni.
Het tweede punt op de agenda van een wereldwijde mentaliteitsverandering is dat we het concept ‘rijkdom’ anders moeten invullen. De meeste mensen denken bij rijkdom aan individueel bezit. Het komt er echter op neer gemeenschappelijk goederen te herwaarderen omdat enkel zij garant kunnen staan voor een kwaliteitsvol leven voor iedereen.
Toen ik dit stukje las deze ochtend, moest ik meteen terugdenken aan een les Plastische Opvoeding (PO) in het derde middelbaar. We kregen de opdracht – die ik ter gelegenheid van deze blog nog eens heb bovengehaald – om een aantal kleine tekeningen te maken rond een thema (welvaart, muziek, taal, astrologie). Ik koos voor welvaart en besliste om tekeningen te maken rond water, onderwijs en voedsel. De leerkracht PO zag dit echter volledig anders. Voor haar stond welvaart gelijk met luxe. Mijn tekening rond drinkbaar water veranderde in een tekening van een decadente jacuzzi met champagne en mijn schets over voedsel werd er één van een sjiek restaurant met op tafel eendenborst met sinaasappel. Toch heb ik doorgezet en mijn oorspronkelijke ideeën als uitgangspunt genomen. Resultaat: een 5/10, wat in PO-taal overeen komt met een onvoldoende (buizen doen ze, vanuit pedagogisch standpunt, niet in de tekenles). Haar feedback: “Geen witte achtergrond! Gebruik je kleurpotloden ook voor schaduw en diepte!”. Ik zal het maar geloven zeker? Soit, het zal deels ook wel aan mijn onbestaande tekentalenten gelegen hebben. Vreemd dat ik er na meer dan zes jaar aan terugdenk alsof het gisteren was.
Ik ben Riccardo Petrella vooral dankbaar omdat ik het door hem eindelijk eens aandurf om zelf over een groot thema kleur te bekennen. Nog niet zo lang geleden heb ik al eens een poging gedaan. Herinnert u zich nog die post over het kraam op de Leuvense vrijdagmarkt dat Egyptisch eten verkoopt? En hoe een Belgische vrouw ergens frietjes bij vroeg… Ik heb een hele mooie reactie gekregen op die post. Ik deel ze, alsook mijn repliek, hier met jullie, lieve lezers. En ik wil bij deze die ene lezer nog eens bedanken.
“Lieve Marie,
ik was deze week weer één van de velen die van je facebookpagina doorklikte naar je blog, die ik keer op keer met belangstelling lees.
Wat zou ik u graag gelijk geven, en met u van de daken schreeuwen dat een mulitculturele samenleving het mooiste is wat God ons had kunnen brengen. Hoe heerlijk het niet is om op het Leuvense Ladeuzeplein te proeven van een Egypitsche keuken, weliswaar volledig aangepast aan Belgische normen en smaakpatronen. Ja, dat is integratie.
Maar wanneer ik mijn collega’s in de auditoria gadesla, dan zie ik er daar geen enkele met een bruin velleke. Wanneer ik de trein neem, zie ik daar geen witjes en bruintjes hand in hand “vrolijke vrienden” zingen. Wanneer ik het theater of een museum bezoek, dan is dat ook nooit met iemand die geen impeccabel Nederlands spreekt. (Alhoewel dat over sommige West-Vlamingen ook niet gezegd kan worden).
Oh wat zou ik zo graag die Angela Merkel lik op stuk willen geven, maar ik kan op dit moment enkel toegeven dat het leven niet even mooi is voor iedereen.
Wanneer ik tijdens het afruimen van mijn plateau, een blik sla op de open keuken van Alma I, dan gebeurt het soms dat ik daar alleen maar mensen met een bruin velleke ons vuile werk zie opknappen. Wanneer ik in de zomer op kamp ga met asielzoekertjes, dan moet ik (met tranen) vaststellen dat er zesjarige meisjes, net gevlucht uit Tsjetsjenië, met rotte tandjes rondlopen omdat opvangcentra nu eenmaal over een beperkt budget beschikken en die niet aan tandheelkunde kan gespendeerd worden. Wanneer ik met een zesjarig meisje zonder SIS-kaart naar de spoed ga, met het vermoeden van een gebroken beentje, dan kan men mij daar niet helpen. Blijkbaar is een SIS-kaart de sleutel tot het brein van de dokters en kunnen ze zonder stukje waardeloos plastiek, zich helemaal niet meer herinneren hoe je nu ook alweer een radiografie maakt.
Denk je niet dat in een wereld waar integratie en mulitculturaliteit hoog in het vaandel gedragen worden, we onze allerzwakste niet beter zouden mogen behandelen?
Oh wat zou ik graag.
Maar ik besef dat je niet naar een oplossing kan gaan zoeken zonder eerst een concrete probleemstelling gevonden te hebben. Het hoeft niet per se slecht te zijn dat iemand stelt dat onze multiculturele samenleving mislukt is. Nu komt het er alleen op aan om de juiste analyse te maken van een waarom, en nog veel meer om een juiste oplossing te vinden.”
“Lieve lezer,
Sorry voor het late antwoord. Het is een combinatie van bedenktijd en een internetpanne op kot.
Ja, ik heb even moeten nadenken op een reactie op je bericht. Eerst en vooral bedankt ervoor! Het is zelden dat ik op een blogpost een reactie krijg die meer is dan ‘leuk om te lezen’. En ook al zijn dat fijne reacties, toch zijn de inhoudelijke en kritisch het allerfijnst.
Om op je antwoord terug te komen. Ik kan niet anders dan je gelijk geven. Ik heb geen greep op de ‘grote’ problemen dus schrijf ik maar over de kleine dingen. Want ik ben ervan overtuigd dat ook die belangrijk zijn.
Waarom schrijf je jouw mening niet eens neer in een open brief? Niet dat het dan meteen opgelost geraakt maar het maakt het hele multiculturele debat weer wat menselijker.
Wij hebben geen geld om de wereld te veranderen. Enkel onze mening en onze woorden. En daar moeten we het mee doen. En dat kunnen we ook, daar ben ik van overtuigd.
Groet,
Marie”
Na al dat geciteer, nog een laatste om het af te leren. Eéntje van de meester zelf: “Ik ben liever een enigzins naïeve dromer dan een pragmatische cynicus.” Ik ook, beste meneer Petrella. Ik ook. Mijn naïeve dromen vindt u her en der verspreid over deze blog, lieve lezer. Bij deze voeg ik er eentje aan toe. En in al mijn naïviteit geloof ik dat dromen soms waarheid worden. Fingers crossed.
x
Muziek: Vanderlyle Crybaby Geeks – The National